Belediging

Belediging mondeling, schriftelijk of door feitelijkheden (zoals middelvinger), alleen gepleegd.

Belediging niet openbaar; Geldboete € 150,=

Belediging openbaar; Geldboete € 200,=

 

Bijzonderheden

Strafverzwarend onder andere:

  • De aard en ernst van de belediging (bijvoorbeeld spugen, een tirade) en de mate waarin iemands eer of goede naam/morele integriteit wordt aangerand of aangetast;
  • Medeleven;
  • Jegens ambtenaren of andere gezagsfunctionarissen (+200%);
  • Evenement (+75%) of voetbal gerelateerd (+50%);
  • Discriminatoire aspecten (dagvaarden +100%). 

Belediging artikel 266 WvSR

 

1. Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.


2. Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.

 

Artikel 267 WvSR


De in de voorgaande artikelen van deze titel bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de belediging wordt aangedaan aan:
1. het openbaar gezag, een openbaar lichaam of een openbare instelling;
2. een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
3. het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat.

Toetsterm

De student kan aangeven wat belediging is en wanneer een belediging van een ambtenaar of openbaar gezag strafbaar is (begripsniveau).

Voorwaarden

Onder belediging wordt verstaan:

  •  het aanranden (aantasten of krenken) van iemands eer (innerlijke eergevoel van de persoon) of goede naam (de uiterlijke eer, de eer die iemand in de samenleving toekomt).

 

Strafbaar als iemand anders:

  • In het openbaar, mondeling, schriftelijk of door een afbeelding beledigt (ook al is de beledigde persoon daarbij zelf niet aanwezig);
  • In zijn aanwezigheid, mondeling of door feitelijkheden (een handeling, een daad of een gebaar) beledigt (kan al plaatsvinden als uitsluitend de verdachte en de beledigde persoon aanwezig zijn);
  • Een beledigend geschrift of afbeelding toezendt of aanbiedt.

Belediging is een absoluut klachtmisdrijf! 

 

Belediging van een ambtenaar, zoals gesteld in art. 267 WvSR, vindt plaats door opzettelijk zijn eer of goede naam aan te randen gedurende of terzake de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Belediging van een ambtenaar is, in tegenstelling tot eenvoudige belediging, een ambtshalve vervolgbaar misdrijf. Dit betekent dat dit feit kan worden vervolgd ongeacht de wil van de beledigde.

(van Herp (2014) Lesboek Buitengewoon opsporingsambtenaar wettelijke kaders publieke veiligheid1, Vaassen, SPV) 

Opdracht belediging 

  1. Ontleed de artikelen 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht in een overzichtelijke tabel.
  2. Schrijf in eigen woorden op wat volgens jou beledigen is.
  3. Omschrijf wanneer jij je beledigd zou voelen als je werkzaam zou zijn als ambtenaar gedurende of terzake de rechtmatige uitoefening van jouw bediening. Je mag hierbij voorbeelden van leuzen/scheldwoorden noteren. Bespreek jouw voorbeeld met een klasgenoot en bespreek met deze klasgenoot of er in jouw voorbeeld sprake is van een strafbare belediging. Leg jullie bespreking vast in een kort verslag en nodig je docent uit om het resultaat te bespreken. 
  4. Noteer welke soorten klachtmisdrijven er volgens het Strafrecht bestaan.
  5. Leg uit waarom 'belediging' een absoluut klachtmisdrijf is.
  6. Interview een ambtenaar die gedurende of terzake de rechtmatige uitoefening van zijn bediening is beledigd (bereid vooraf 10 vragen voor).
  7. Maak na afloop een verslag van dit interview van minimaal 300 woorden.