Wederspannigheid

 In dit hoofdstuk gaan we bespreken wanneer er sprake is van (gekwalificeerde) wederspannigheid en tegen wie dit gepleegd kan worden.   

Je zult lezen dat er al redelijk snel sprake kan zijn van wederspannigheid bij een niet-meewerkende verdachte na diens aanhouding door een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Ook kan er wederspannigheid gepleegd worden tegen een niet ambtenaar, maar daarover meer in het lesboek.

Verder gaan we de voorwaarden behandelen die vereist zijn, voordat er sprake kan zijn van een strafbare gedraging zoals deze beschreven staat in artikel 180, 181 en 182 WvSR. 

Wederspannigheid artikel 180 WvSR

Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen, wordt als schuldig aan wederspannigheid gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

 

Artikel 181

De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven worden gestraft:
onder 1. met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
onder 2. met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
onder 3. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij de dood ten gevolge hebben.

 

Artikel 182

lid 1. De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven, door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
lid 2. De schuldige wordt gestraft:
1. met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie, indien het door hem gepleegde misdrijf of de daarbij door hem gepleegde feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
2. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
3. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij de dood ten gevolge hebben.

 

Toetstermen

  1. De student kan aangeven wanneer er sprake is van verzet tegen een ambtenaar (begripsniveau).
  2. De student kan aangeven wanneer er sprake is van gekwalificeerd verzet (begripsniveau).

Voorwaarden

In tegenstelling tot artikel 179 WvSR (ambtsdwang), waar de dwang zich richt tegen de ambtsverrichting die nog niet is begonnen, kan wederspannigheid alleen gepleegd worden tegen een ambtenaar in persoon die begonnen is met de ambtsverrichting, de werkzame ambtenaar. 

De ambtenaar moet wel werkzaam zijn in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening (bezig met rechtmatige ambtshandelingen). De ambtenaar is dus begonnen met de uitvoering van een bevoegdheid!

Tegen een ambtenaar die wel aan het werk, maar (nog) niet werkzaam is of de ambtenaar die onrechtmatig werkzaam is kan geen wederspannigheid gepleegd worden!

Om strafbaar te zijn moet de dader geweten hebben dat hij met een ambtenaar te maken had. Is de ambtenaar in uniform, dan staat dit voldoende vast. De opsporingsambtenaar die gekleed is in burger doet er verstandig aan zich bij zijn optreden bekend te maken als opsporingsambtenaar of zich te legitimeren door het vertonen van zijn legitimatiebewijs.

Ook personen/burgers die de opsporingsambtenaar, daarbij wettelijk verplicht of op verzoek bijstand verlenen, vallen onder de bescherming van dit artikel 180 WvSR.

(van Herp (2014) Lesboek Buitengewoon opsporingsambtenaar wettelijke kaders publieke veiligheid1, Vaassen, SPV) 

Opdracht 1 wederspannigheid

1. Schrijf artikel 180, 181 en 182 WvSR uit in norm, sanctie en kwalificatie in een tabel.

2. Noteer wanneer er sprake is van geweld volgens artikel 180 WvSR.

3. Noteer een voorbeeld van een verzet bij bijvoorbeeld een aanhouding die niet strafbaar is en leg uit waarom deze niet strafbaar is. 

4. Beschrijf een situatie waarin een burger op verzoek hulp verleent tot bijstand en waarbij een burger wettelijk verplicht is tot het verlenen van bijstand.

5. Zoek op het internet een filmpje over wederspannigheid en bespreek deze met je docent. Leg uit wanneer in het filmpje sprake is van verzet.

Opdracht 2 wederspannigheid

Leg uit aan de hand van het voorbeeld van Rechtspraak.nl over welke vorm van wederspannigheid gesproken wordt en waarom.