Leerdoelen

Aan het einde van deze ZIL kan je:

  1. Aan de hand van een voorbeeld aangeven of en wanneer er sprake is van de verschillende vormen van bedreiging
  2. Aangeven wanneer er sprake is van mishandeling
  3. Herkennen wanneer er sprake is van verzwarende omstandigheden bij mishandeling
  4. Aan de hand van een voorbeeld, vaststellen of er sprake is van ambtsdwang
  5. Aangeven wanneer er sprake is van verzet tegen een ambtenaar
  6. Aangeven wanneer er sprake is van gekwalificeerd verzet tegen een ambtenaar
  7. Aan de hand van een voorbeeld aangeven wanneer er sprake is van opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift
  8. Aangeven wanneer er sprake is van het opzettelijk beletten, belemmeren of verijdelen van een handeling van een ambtenaar
  9. Omschrijven welke mogelijkheden hij heeft volgens het Wetboek van Strafrecht als iemand tijdens zijn werkzaamheden opschudding veroorzaakt en zich niet verwijdert, teneinde hem het werk onmogelijk te maken
  10. Aangeven wat belediging is en wanneer een belediging van een ambtenaar of openbaar gezag strafbaar is gedurende of terzake de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
  11. Aan de hand van een voorbeeld aangeven of er bij handelen of nalaten sprake is van omkoping

(van Herp (2014) Lesboek Buitengewoon opsporingsambtenaar wettelijke kaders publieke veiligheid1, Vaassen, SPV)

Competenties

In het kwalificatiedossier van je opleiding worden de kerntaken benoemd die nodig zijn voor deze ZIL.

Het kwalificatiedossier is te downloaden op de button onderaan.  

 

In deze ZIL ga je onder andere werken aan de volgende competenties:

F: Ethisch en integer handelen;

J: Formuleren en rapporteren;

K: Vakdeskundigheid toepassen;

M: Analyseren;

N: Onderzoeken;

Q: Plannen en organiseren;

T: Instructies en procedures volgen.

 

Nadat je de ZIL hebt afgerond heb je gewerkt aan de volgende werkprocessen:

Werkproces 1.2 starter: Je hebt kennis en wet en regelgeving over onregelmatigheden ( zoals illegale stortingen etc.)

Werkproces 1.2 gevorderd: Je laat zien dat je strafbare feiten kan signaleren uit wet en regelgeving.

Werkproces 2.4 starter: Je laat zien dat je kennis hebt van BOA en juridische procedures.

Werkproces 2.5 starter: Je hebt kennis van ethisch integer handelen in beroepssituaties van een HTV-er.