Mishandeling

Tegenwoordig is het bijna dagelijks in het nieuws te vinden dat er iemand mishandeld is of dat er zwaar lichamelijk letsel is bij een voorval.

Maar wat is nu eigenlijk mishandeling? Wanneer is er sprake van zware mishandeling en hoe kan het dat een dader gestraft wordt voor mishandeling terwijl het slachtoffer is komen te overlijden?

In dit gedeelte van de ZIL gaan we de diverse artikelen over de verschillende vormen en gevolgen van mishandeling behandelen.

Het kan natuurlijk zijn dat je zelf wel eens geconfronteerd bent met een vorm van geweld of mishandeling en dat je moeite hebt om dit thema zelfstandig te volgen. Vertel het aan je docent en overleg op welke wijze je dit thema verder gaat leren.

Mishandeling artikel 300 WvSR

 lid 1. Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
lid 2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
lid 3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
lid 4. Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.
lid 5. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

 

Artikel 302 WvSR

lid 1. Hij die aan een ander opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengt, wordt, als schuldig aan zware mishandeling, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
lid 2. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

 

Artikel 304 WvSR

De in de artikelen 300-303 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd:
lid 1. ten aanzien van de schuldige die het misdrijf begaat tegen zijn moeder, zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, zijn echtgenoot, zijn levensgezel of zijn kind;
lid 2. indien het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
lid 3. indien het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor het leven of de gezondheid schadelijke stoffen.

Toetstermen

  1. De studenten kunnen aangeven wanneer er sprake is van mishandeling (begripsniveau).
  2. De studenten kunnen herkennen wanneer er sprake is van verzwarende omstandigheden bij mishandeling (begripsniveau).

Opdracht 1 mishandeling

1. Schrijf artikel 300 WvSR in een tabel uit in norm, sanctie en kwalificatie in een tabel waardoor het overzichtelijk wordt welke gedragingen precies strafbaar gesteld zijn.

2. Leg in je eigen woorden uit of er sprake is/kan zijn van mishandeling tijdens het sparren in de sporthal bij boksen. 

3. Schrijf op of noteer welke vormen van pijn of letsel vallen binnen het juridisch kader van 'eenvoudige' mishandeling?

4. Leg in eigen woorden met een voorbeeld uit wanneer er sprake is van eenvoudige mishandeling, terwijl het slachtoffer door de gedraging van de verdachte komt te overlijden.

Opdracht 2 mishandeling

1. Schrijf artikel 302 WvSR in een tabel uit in norm, sanctie en kwalificatie in een tabel waardoor het overzichtelijk wordt welke gedragingen precies strafbaar gesteld zijn.

2. Schrijf op of noteer welke vormen van letsel onder zwaar lichamelijk letsel vallen volgens het Wetboek van Strafrecht.

3. Schrijf op of noteer welke vormen van letsel onder zwaar lichamelijk letsel vallen volgens de jurisprudentie.   

4. Zoek op het internet een filmpje over (zware) mishandeling op en bespreek deze met je docent.

Opdracht 3 mishandeling

1. Schrijf artikel 304 WvSR in een tabel uit in norm, sanctie en kwalificatie in een tabel waardoor het overzichtelijk wordt welke gedragingen precies strafbaar gesteld zijn.

2. Noteer/beschrijf een voorbeeld van een strafbare gedraging die valt onder artikel 304 lid 3 WvSR.

3. Noteer/beschrijf een voorbeeld over een mishandeling van een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

4. Noteer/beschrijf een voorbeeld over een mishandeling van een ambtenaar ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

5. Leg uit of er sprake is van een mishandeling, zoals beschreven in artikel 304 lid 2 WvSR, indien blijkt dat de ambtenaar niet rechtmatig handelde.

6. Zoek op het internet een filmpje over artikel 304 WvSR en bespreek deze met je docent.